Bij melkveehouder Ton Venhoeven uit Azewijn (GD) zijn onlangs twee vulgraadsensoren geplaatst op twee verschillende silo’s. Het gaat om prototypes die nu in de praktijk getest gaan worden.
Venhoeven heeft een melkveebedrijf met 180 melkkoeien in Azewijn hij werd door LNAGRO benaderd om mee te helpen bij het testen van de vulgraadsensoren. Venhoeven: „Ik denk dat arbeid in de toekomst duurder zal worden. Een sensor kan arbeid ook opvangen. Ik denk dat ik best snel kan wennen aan het feit dat ik met behulp van de sensor gemakkelijk kan checken hoeveel brok ik nog heb. Als er dan ook nog een koppeling komt naar de voerleverancier waardoor ik altijd voldoende brok in mijn silo heb dan zou dat me helemaal kunnen ontzorgen.”
Maar zover is het nog niet. De vulgraadsensor, ontwikkeld door elektronicafabrikant Teneo IoT, is nog niet rijp voor de praktijk. De sensor wordt verder ontwikkeld binnen het Interreg Project Internet of Agriculture (IoA), wireless solutions for digital Farming ondersteund door het Nederlands-Duitse programma Interreg 5A. Dit 3 jaar durende project zorgt voor vernieuwende producten in de agrarische sector op basis van Internet of Things-oplossingen. Daarvoor werken Duitse en Nederlandse (technische) bedrijven samen om nieuwe technieken te matchen aan de praktijk.
Data combineren
LNAGRO is in 2019 partner geworden van het IoA project en begeleid het traject met de vulgraadsensoren bij Venhoeven. Koen Nieuwenhuis van LNAGRO: „Er worden best veel sensoren ontwikkeld, maar die moeten ook matchen met de praktijk. Binnen het Interreg Project wordt ook gewerkt aan een bodemvochtsensor, het meten van waterkwaliteit en het meten van gassen zoals CO2 en het giftige H2S. Veel sensoren zouden de boer kunnen ontzorgen of ongelukken door giftige gassen kunnen voorkomen.” Binnen het project wordt ook gekeken naar een managementplatform waarop alle data van verschillende sensoren op het bedrijf wordt samengevoegd. Nieuwenhuis: „Het zou voor een boer natuurlijk ideaal zijn dat alle informatie op één plek overzichtelijk wordt gepresenteerd. Maar daarnaast moet die data ook wel omgezet kunnen worden tot praktische tips en dat de boer alarmsignalen ontvangt wanneer kritische waarden dreigen te worden bereikt. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van informatie uit een weerstation en data van een bodemvochtsensor. Als je die kunt combineren tot een advies wanneer een boer het beste kan beregen heeft de boer daar heel concreet iets aan.”
Prijs bepalen
De prijs van een technisch snufje is ook van belang Venhoeven: „Het aankopen van een nieuwe techniek moet wel behapbaar zijn. En welke efficiëntie levert het je als boer op? Gaat het me echt ontzorgen, of is het meer een luxe verrijking van mijn bedrijf? Als het dat tweede is, dan stel je de aankoop toch vaak uit.” In het project wordt ook samen met de projectpartners over de mogelijke business cases gesproken voor de nieuwe ontwikkeling ligt Nieuwenhuis toe.
